Bij een platvoet is er niet of nauwelijks sprake van een holte onder de voet. De gemiddelde voet heeft namelijk een voetboog die in rust ongeveer 1,3 cm hoog is. Een platvoet heeft deze ruimte niet en de hele voet rust daarom plat op de grond. Platvoeten gaan niet altijd gepaard met klachten, maar vaak ontstaan er toch in meer of mindere mate problemen in de voeten, enkels, knieën of heupen. Er zijn verschillende behandelingen mogelijk.
De symptomen van platvoeten
Niet iedereen met platvoeten heeft pijnklachten. Maar meestal hebben platvoeten wel invloed op de lichaamshouding. Er zijn bepaalde klachten die mogelijk duiden op een platvoet. Zo ervaren mensen met platvoeten regelmatig pijn onder de hiel, op de voetrug of onder de bal van de voet. Ook hebben mensen met platvoeten vaker last van vermoeide voeten en onderbenen. Daarnaast kan het zijn dat pijn ontstaat in de enkels, onderbenen, heupen en onderrug.
De meest gehoorde klachten die verband houden met platvoeten zijn:
- Algemene spierspanningen in het lichaam;
- Knieën die gemakkelijk overstrekken;
- X-benen (naar binnen wijzende knieën);
- Een licht voorover gekanteld bekken;
- Hoge druk op de middenvoet;
- Schouders die verder naar achteren staan dan de billen.
Omdat platvoeten meestal goed te herkennen zijn, kunt u zelf redelijk gemakkelijk bepalen of er bij u van deze aandoening sprake is. Een specialist kan u vervolgens helpen zoeken naar een passende oplossing.
Platvoeten voorkomen
Kun je platvoeten voorkomen? Nee, dat kan helaas niet. In de meeste gevallen zitten de pezen in de platvoet wat losser, waardoor de voet wat ‘inzakt’. Dit is moeilijk te herstellen. In veel gevallen geven platvoeten geen grote problemen. Maar als er wel klachten ontstaan, zijn er gelukkig goede oplossingen die het lopen en bewegen vergemakkelijken. Dit heeft vooral te maken met het corrigeren van de scheefstand in de voet. Ongeveer 30% van de kleine kinderen heeft platvoeten. Dat is normaal. Vaak wordt dit vanzelf en op natuurlijke wijze gecorrigeerd naarmate ze leren lopen. Van de volwassenen heeft nog slechts 3-6% last van (een bepaalde mate van) platvoeten.
Platvoeten behandelen
Er zijn twee soorten platvoeten te onderscheiden: de soepele platvoet en de stijve platvoet. De soepele platvoet komt vaker voor. Bij een soepele platvoet zakt de voetboog door u normaal staat, maar als u op de tenen staat spannen de spieren aan en komt de voetboog tevoorschijn. Bij de stijve platvoet is er in beide houdingen geen boog te zien.
Omdat platvoeten bij onvolgroeide kinderen veel voorkomen, is er meestal geen behandeling nodig. Een en ander komt tijdens de groei vanzelf goed. Bij volwassenen hangt de wijze van behandeling af van de oorzaak van de platvoet. Een soepele platvoet is goed te behandelen met speciale, op maat gemaakte steunzolen die de voetboog ondersteunen. Hoe ‘platter’ de platvoet, hoe hoger de steunzool doorgaans is. Steunzolen zorgen voor een verbeterde lichaamshouding. Er is dan minder snel sprake van vermoeide voeten.
De stijve platvoeten worden meestal behandeld met gips, een spalk of steunzolen. Als de platvoeten heel erg stijf zijn er u heeft ook nog eens veel klachten, kunt u in bepaalde gevallen kiezen voor een operatieve behandeling. De operatie wordt door een orthopedisch chirurg uitgevoerd. Deze corrigeert de stand van de voet en zorgt dat u weer beter kunt bewegen. Na een operatie is speciaal schoeisel vereist. Dit voorkomt dat de klacht in dezelfde mate terugkeert.
Het advies van Veld
Als de platvoeten niet ernstig zijn en relatief weinig klachten geven, raden wij u aan
steunzolen te gebruiken. Goede, op maat gemaakte steunzolen verlichten de klachten en corrigeren uw voet. Als u platvoeten heeft maar nog geen klachten ervaart, kan het soms toch verstandig zijn om iets aan de platvoeten te doen. Voorkomen is immers beter dan genezen. Overleg met een specialist welke opties er voor u zijn.
Heeft u vragen over platvoeten of heeft u een andere vraag aan de specialisten van Veld? Wij helpen u graag. Neem vooral
contact met ons op.